Domaine de Lallé vind je in de Corrèze. Het is één van de 83 departementen die is ontstaan tijdens de Franse Revolutie en behoorde samen met de Creuse en de Haute Vienne toe aan de regio Limousin, tegenwoordig Nouveau Aquitaine.
Wij grenzen aan de Haute-Corrèze wat door mensen vaak wordt aangeduid als “klein Canada” 🍁
Een eeuwenoud landschap, met uitgestrekte bossen, rivieren, beken en watervallen, adembenemende kloven en de mooiste dorpjes en steden. Onontdekt, ongerept, ruig en puur.
Mountainbikend, op je gravel- of racefiets. Wandelend en verdwalend in de eindeloze bossen. Naar een van de vele meren om te zwemmen of om andere watersporten te beoefenen. Kanoën op een van de rivieren of een dagje eropuit naar een pittoresk Frans dorpje. Dichtbij Plateau de Millevaches, op de rand van de Auvergne met prachtige vergezichten op de bergtoppen van de Cantal (Puy Mary) en de Puy de Dôme, op 25 autominuten van de rivier de Dordogne.
In Égletons (15 autominuten) zijn 3 grote supermarkten (LIDL, Super U en Auchan) te vinden. Ook een grote apotheek, een bouwmarkt en meerdere bakkers.
Dichterbij de camping vind je in Montignac-sur-Doustre een kleine epicerie en bakker.
Ook in Marcillac-la-Croisille (15 autominuten) vind je een kleine supermarkt, een epicerie, bakker en een slager.
De geschiedenis van de Corrèze is sterk getekend door middeleeuwse oorlogen. Deze geschiedenis is nog steeds aanwezig in het landschap met zijn vele versterkte kastelen. In deze bastions die onneembaar moesten zijn, herinneren eeuwenoude tradities aan het glorieuze, romantische en oorlogszuchtige verleden van de heren van toen.
Château de Sédières is de achtertuin van Domaine de Lallé en bevindt zich op een domein van 130 hectare met bossen, vijvers en stromende beken.
Het kasteel werd in de 15e eeuw gebouwd door de heren van Sédières en Champagnac, als versterkte residentie. De ophaalbrug die toegang geeft tot de poort is overgebleven uit die tijd.
In de 16e eeuw werd het een vakantiehuis met terrassen, en een mooie tuin voor de familie Sédières. Nu kunnen we ervan genieten door georganiseerde buitenactiviteiten, apèro concerten en meerdere natuur,- en culturele evenementen tijdens de zomer.
Ook zijn hier vele wandel- en fietsroutes (VTT) te vinden.
Het kasteel is al meer dan een eeuw een belangrijke plek voor artistieke en literaire creaties. Een plek waar de kunst van het trobar zich ontwikkelde. Trobar, in het Occitaans, verwijst naar gezongen poëzie met muziek. Heren en geestelijken waren de ambassadeurs van die tijd, en de troubadours, vaak de tolken. Ze konden schrijven en muziek componeren.
Veel troubadours zijn hier onderwezen, Bernart de Ventadour laat zo’n veertig gedichten achter, waarvan 20 met bladmuziek.
Een baken voor de troubadours.
Het kasteel kijkt uit over twee zijrivieren van de rivier de Luzège, met een prachtige natuur rondom.
Op een hoogte van 562 meter rijzen op de top van een rotspunt de overblijfselen van de voormalige middeleeuwse burcht uit de 12e en 13e eeuw. Het kasteel is een beschermd historisch monument sinds 1840.
Trots heersend vanaf een rotspunt, op 30 meter boven een meander van de Maronne, ligt het statige en spectaculaire plaatsje Merle midden in het groene hart van de bossen van Xaintrie.
Les Tours de Merle, werd in de 12e en 15e eeuw gebouwd door machtige adellijke families. Het complex diende zowel als fort als woonplaats en speelde een belangrijke rol tijdens de Honderdjarige Oorlog en andere conflicten in de regio.
De zeven torens zijn verbonden door oude muren en gebouwen, waardoor je een goed beeld krijgt van hoe het complex er in zijn gloriejaren uitzag. De omgeving nodigt uit voor wandelingen door de goed gemarkeerde paden die door de vallei en de bossen leiden.
Dit vestingstadje kan van april tot november bezocht worden, voor een reis terug naar de middeleeuwen. Er zijn informatieve borden en tentoonstellingen die de geschiedenis en het dagelijks leven in het kasteel uitleggen.
In de zomer worden regelmatig middeleeuwse evenementen georganiseerd.
Goede parkeerfaciliteiten, een café en picknickgelegenheden maken het dagje uit compleet.
Wat een rijkdom en verscheidenheid! De Corrèze barst van de unieke, ongerepte natuur. Van meren tot watervallen, van veengebieden tot bossen, duizend paden doorkruisen landschappen die vaak duizenden jaren oud zijn.
Les Cascades de Gimel liggen in het Parc Vuillier. Het was de schilder/ schrijver Gaston Vuillier die aan het einde van de 19e eeuw de watervallen van Gimel bekend maakte en die, gefascineerd door de schoonheid van deze plek, pleitte voor het behoud ervan. Tijdens de wandeling naar het bekken kom je onderweg ook foto’s en tekeningen van hem tegen.
De rivier de Montane baant zich een weg tussen de rotsen om uiteindelijk uit te monden in 3 watervallen, met een totale hoogte van 143 meter. Tijdens een wandeling zie je “le Grand Saut” (45 m), “la Redole” (38 m) en “la Queue de Cheval” (60m). Uiteindelijk komt het water uit in een bekken dat de Gouffre de l’Inferno wordt genoemd.
Het dorp Gimel-les-Cascades is ook de moeite waard met een mooi kerkje “Église Saint-Pardoux” met een bijzondere relikwie en een sobere inrichting. Ook zijn er kleine winkeltjes en een paar restaurantjes.
Dit is één van de mooie vergezichten van de Gorges de la Dordogne. Hier vandaan kan je mooi wandelen naar le Jardin de Bardot. Ook hier is een fijne picknickplek.
De Gorges worden doorkruist door de rivier de Dordogne, onderbroken door een opeenvolging van monumentale waterkrachtdammen, waaronder die van Bort-les-Orgues. Het is een gebied dat is opgenomen op de UNESCO Werelderfgoedlijst vanwege de bijzondere biodiversiteit.
Le Belvédere biedt een prachtig uitzicht op de samenvloeiing van de Dordogne en de Sumène en op het stuwmeer van de “Barrage d’Aigle”. Er is een mooie picknickplaats.
De beroemde locatie Saint Nazaire, met een prachtig uitzichtpunt over de bergkloven van de Dordogne en de Diège ligt bij het plaatsje Saint-Julien-près-Bort. Je maakt hier een makkelijke wandeling vanaf de parkeerplaats om van het uitzicht te genieten.
Hooggelegen in een groene omgeving, dankt deze opmerkelijke locatie zijn naam aan een legende: heilige Nazarius zou hier de duivel verjaagd hebben, die tijdens zijn vlucht een afdruk van een bokkenpoot op een rots zou hebben achtergelaten... Het beeld van de heilige, opgericht in 1901, waakt nog altijd over het gebied.
Aan de voet van het Centraal Massief, tussen de Vézère valleien in het noorden en de Corrèze in het zuiden. Hier vind je heidevelden en naaldbossen zover het oog reikt. Het beslaat ongeveer 6.000 hectare en maakt deel uit van le Parc naturel régional de Millevaches. De uitzichtpunten Puy de la Monédières, Puy du Suc au May liggen in dit gebied. Op land, in de lucht of in het water zijn tal van activiteiten te doen!
Dit gebied ligt op het voorgebergte van het Centraal Massief, tussen de departementen Corrèze, Creuse en Haute-Vienne. Het strekt zich uit over 314.000 hectare.
Het natuurpark telt duizenden bronnen en rivieren; “millevaches”. Waar veenmoerassen, heidevelden, bossen en weilanden elkaar afwisselen. Het herbergt kwetsbare en unieke dier- en plantensoorten en is een verzamelplaats voor trekvogels. Een paradijs voor wandelaars.
Het hoogste punt is Mont Bessou met 976 meter met een uitkijktoren met een adembenemend uitzicht over de bergen van de Auvergne. Ook de top van de Suc au May, in de Monédières, heeft een prachtig uitzicht met een oriëntatietafel op 908 meter.
Stap terug in de tijd en ontdek een rijk middeleeuws verleden op unieke locaties... Corrèze zit vol met karaktervolle steden en dorpen met oude vakwerk- of granieten huizen en leistenen of lauze daken.
Een reis terug in de tijd. Dit verlaten dorp werd gesticht in de 12e eeuw en was eeuwenlang een stopplaats voor rondtrekkende pelgrims. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vestigde zich een groep van 25 verzetsstrijders in het dorp. De meesten konden vluchten na een aanval door de Duitsers. De laatste inwoners verlieten het dorp in 1963.
Het verlaten dorp, geïsoleerd te midden van het enorme naaldbos van Larfeuil, is een prachtige, mysterieuze plek om te bezoeken. Er zijn mooie wandelroutes en een prachtig uitzicht vanaf de rots.
Een prachtig plaatsje aan de oevers van de Dordogne. Het was eeuwenlang een belangrijke handelshaven. Vanaf de Quai Lestourgie vertrokken de gabares (platbodems) beladen met olie, hout en leer. Je maakt hier een mooie wandeling langs de ouderwetse geplaveide kades om de vissershuizen met hun mooie gevels en torentjes te bewonderen. Hier zijn ook restaurants te vinden.
In de zomermaanden kan je een tocht maken met een gabare. Stroomopwaarts door de kloven van de Dordogne. Er zijn ook geanimeerde tochten, met een acteur die je de tijd van de gabariers laat herleven. (Ook in Engels en Nederlands...)
Dit Middeleeuws dorpje is onderdeel van het label Les Plus Beaux Villages de France. Er is een wandeling van ongeveer 2 uur waarin je de 25 torens kan ontdekken. Vrijwel alle huizen en andere gebouwen zijn gemaakt van rood zandsteen. De kleur is te wijten aan de geologische breuklijn die het Brive-bekken met Meyssac verbindt en die de rode zandsteen scheidt van de kalksteengrond. Deze zandsteen bevat net als baksteen veel ijzeroxide, waardoor het deze originele roodachtige kleur krijgt.
Ouderwetse kraampjes, restaurants, ambachtslieden, een zeer toeristisch dorp dat wemelt van de activiteiten in de zomer.
In Aubazine vind je de Abbaye d’Aubazine en Le canal des Moines.
In 1125 stichtte de heilige Stefanus van Obazine deze cisterciëncer abdij. Het was van oorsprong een dubbele abdij; een bestemd voor mannen en een andere voor vrouwen.
Tegenwoordig is de abdij bewoond door een kleine monnikengemeenschap. Er zijn ook rondleidingen te volgen.
Coco Chanel, toen 12 jaar oud, heeft hier enkele jaren doorgebracht met haar twee zussen. Een sobere en strenge sfeer, die uiteindelijk de stijl van de beroemde ontwerpster zal beïnvloeden. De abdijkerk is ook zeer de moeite waard.
Dit hoogstandje irrigatietechniek! prachtig ontworpen in de twaalfde eeuw door de monniken van de abdij van Aubazine om de watermolens te laten draaien en visvijvers en de kloostergebouwen van water te voorzien.
Het kanaal haalt het water stroomopwaarts, uit de stroom van de Coiroux. Vervolgens wordt het naar Aubazine geleid langs de rotsachtige kant van de vallei. Een waar “hoog”standje!
Een fraaie wandeling is te maken met begin-, of eindpunt bij de abdij van Aubazine.
De grotere steden Tulle, Ussel en Brive-la Gaillarde zijn makkelijk te bereiken met de auto of het treintje vanuit Montaignac-sur-Doustre of Égletons.
De grotere steden Tulle, Ussel en Brive-la Gaillarde zijn makkelijk te bereiken met de auto of het treintje vanuit Montaignac sur Doustre of Égletons.
De Corrèze staat ook bekend om zijn vele meren en rivieren. Je kan op vele plekken in natuurwater zwemmen. Hierbij twee opties dicht bij de camping:
Op loop- of fietsafstand van de camping vind je Etang du Prévôt. Een meer van 33 hectare groot met twee stranden.
Door de bouw van de barrage de la Valette in 1949 is het stuwmeer van 230 hectare groot ontstaan. Er zijn twee bewaakte zandstranden en talloze plekjes om rustig aan het water te kunnen genieten. Via “Marcillac Sports Nature” kunnen er veel activiteiten worden geboekt. Er zijn tal van watersporten te beoefenen en er is een klimbos met lange ziplijn en een gezellige bar.
Hier werd vanaf de 17e eeuw leisteen gewonnen. Deze leien zijn ook zichtbaar op de daken in de Corrèze en de Auvergne, maar ook op het dak van de beroemde abbaye du Mont-Saint-Michel.
Het is een toeristische trekpleister waar je in de voetsporen treedt van de arbeiders van de leisteengroeve in een uitzonderlijke omgeving. Een rondleiding door de groeve met indrukwekkende, door mensenhanden uitgehouwen steile wanden is mogelijk. Er is een klein museum en er worden demonstraties gegeven in de werkplaats.
Deze grot is de thuisbasis van een van de grootste vleermuizenkolonies van Europa. Een prachtige grot, verdeeld over twee galerijen.
Een bezoek aan de grot duurt ongeveer een uur en je leert er meer over de grot en de vleermuizen. Kinderen kunnen kennismaken met het beroep van archeoloog, wel op reservering.
Zorg voor warmere kleding tijdens dit bezoek!
Le viaduc des Rochers Noirs, ook wel viaduc de Roche-Taillade genoemd, is een voormalig spoorbrug dat tot 1959 deel uitmaakte van het nationale spoornetwerk 'Transcorrézien'. De brug heeft een lengte van 160 meter en hangt 92 meter boven de Luzège over ongerepte bergkloven tussen de plaatsen Lapleau en Soursac.
De spoorbrug, ontworpen door de ingenieur Albert Gisclard, werd in 1913 officieel geopend door president Raymond Poincaré. Een zeldzaam ontwerp waarvan er nu alleen in Frankrijk nog 5 overeind staan. In 2000 is deze ook geklasseerd als historisch monument.
In september 2024 is de brug na renovatiewerkzaamheden weer geopend voor voetgangers en fietsers. Er zijn 3 wandelroutes aangelegd, waaronder een over een Himalaya brug onder het viaduct.